17 september '20

De fokker in Grégory Wathelet: 'Weet je wat zo mooi is aan de fokkerij? De onvoorspelbaarheid'

Z-Magazine
/
Fokkersportret
nieuws-ba3u1434

Zangersheide

Het leven kan verrassende wendingen geven. Tot voor enkele jaren was Grégory Wathelet (39) helemaal niet bezig met fokkerij. ‘Als ruiter keek ik naar een paard, niet naar zijn papier’ vertelt Grégory daarover. Hij is regerend Europees teamkampioen, werd vice Europees kampioen, won de GP van Aken en nog zoveel meer. Nu vallen alle puzzelstukjes samen. Wathelet kocht de boerderij met fokkerij, die gekenmerkt wordt door het achtervoegsel ‘de la Marchette, van zijn vader. Vorig jaar werd zijn zevenjarige Argentina de la Marchette zelfs Belgisch kampioen. Tegelijk had Grégory tophengsten in de sport en topsportmerries die met pensioen gingen. Het intrigeerde hem zodanig dat zijn interesse voor de fokkerij groeide. Zijn fokkerij is een feit en toch is Wathelet vooral realist: ‘ik droom, hoop en verwacht, al kan het even goed zijn dat ik over enkele jaren wakker word met een kater’. De genen waarmee hij fokt hebben zich alvast in de sport bewezen.

nieuws-ba3u1301

Je hebt duidelijk een boost gegeven aan de fokkerij van 'Marchette'?

Ik verwacht dit jaar 15 veulens! Waarvan de meerderheid thuis geboren wordt. Dat was vroeger anders. Ik kocht veulens en embryo’s en deelde de fokkerij met enkele vrienden. Het is een samenloop van omstandigheden. Mijn vader had al een fokkerij. Vorig jaar werd ik met zijn zevenjarige Argentina de la Marchette (Acajou de la Marchette – Del Piero P&B) Belgisch kampioen in Gesves. Vijf jaar geleden heb ik de ouderlijke boerderij overgenomen en gereformeerd naar een sportstal en fokkerij. En overgenomen betekent alles. Mijn vader, die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, was landbouwer en fokte in de eerste plaats rundvee van het Limousin ras. Ik fok dus niet enkel paarden, maar ook koeien (lacht). Hij had er jaarlijks zo’n 130, ik heb dat gereduceerd naar een 30 tal. Ik vind dat leuk, het is sympathiek, maar laten we zeggen dat mijn interesse meer uitgaat naar de paarden.  

Heeft succes van Argentina De La Marchette je overtuigd om te fokken?

Mijn vader heeft die stam nog en daar zijn al enkele toffe paarden uitgekomen. Laten we zeggen dat ik in de fokkerij wil verdergaan met wat mijn vader begonnen is. Mijn vader was beroepshalve fokker van koeien, paarden waren een hobby. Mijn intentie is om de paardenfokkerij een boost te geven, omdat ik inmiddels enkele merries heb die in de topsport gepresteerd hebben.

Hebben zij de doorslag gegeven?

Heel eerlijk, tot voor enkele jaren interesseerde de fokkerij me helemaal niet. Ik was daar niet mee bezig. Als ik paarden kocht of aangeboden kreeg van eigenaars, keek ik naar het paard, niet naar het papier. Ik kende bij wijze van spreken de origine niet. Ieder zijn job, er zijn ruiters en er zijn fokkers, dat zijn twee aparte beroepen en specialisaties.

nieuws-brume-de-la-marchette-zbaloubet-du-rouetwathelet-ba3u1418

BRUME DE LA MARCHETTE Z

Feit is wel dat alles wat ik doe in mijn leven, voor meer dan honderd procent goed wil doen. Zo zit ik in elkaar. Als ik ergens voor ga, is dat met totale overgave en nog meer engagement. Of het nu als ruiter of trainer, of nu fokker is, ik zal altijd het onderste uit de kan halen. Ik doe het goed of ik doe het niet. Wat niet betekent dat altijd alles lukt, maar ik zal mezelf nooit kunnen verwijten dat ik er niet alles voor gedaan heb. Op m’n 18e wou ik profruiter worden, dat was mijn ambitie en daar ben ik voluit voor gegaan. Ook al ben ik een eenvoudige boerenzoon en hadden ze thuis niet de middelen om te investeren in de sportieve carrière van hun zoon. Ik heb altijd keihard gewerkt om mijn doel te bereiken en ik zou het niet anders willen en kunnen. Het is wie ik ben. En nu wil ik hetzelfde doen met de fokkerij. Ik kocht de ouderlijke boerderij, omringd met 70 hectaren weiland en een bescheiden fokkerij. De basis was gelegd. Daarbij kwam dus dat ik over gepensioneerde GP merries beschikte. Dat heeft me aan het nadenken gezet. De oudste paarden uit mijn fokkerij zijn vier jaar, uit Lilly Lordanos, die door een sportblessure in de fokkerij gegaan is. Cavaluna Z (Crown Z) gebruiken we ook in de fokkerij. Zij heeft een vierjarige Comme Il Faut. De 18-jarige Oh D’Eole (Kannan) heeft dit jaar drie veulens gegeven. Ik heb een veulen van Banda de Hus (Argentinus), van Coree (Cornet Obolensky), die de GP van Aken won. Het zijn stuk voor stuk merries die in de grote sport gelopen hebben. Ik heb het geluk dat ik veel goede merries van meerdere eigenaars heb mogen rijden. Eigenaars die allemaal een passie hebben voor de sport en nu mijn passie delen voor de fokkerij. Dat was misschien een logisch vervolg? Ik kreeg een merrie, bouwde er een sportcarrière mee uit en nadien volgde het idee om ze te gebruiken in de fokkerij. Of we kochten eens samen een veulen uit die bepaalde lijnen. Zo kocht ik met enkele eigenaars de broer van MJT Nevados, die als zevenjarige wereldkampioen werd in Zangersheide en vorig jaar teamgoud won op het EK in Rotterdam. We kochten ook een broer en zus van Conrad de Hus, waarmee ik in Aken vice Europees kampioen werd. De veulens waar we nu in investeren en de merries waar ik nu mee fok, hebben allemaal een link met mijn sportloopbaan en dat is de basis van mijn fokkerij. Er zijn fokkers die veel meer kennis hebben van bloedlijnen dan ik, ik baseer me enkel op vaders en moeders die ik zelf heb gereden of op hun naaste familie. Omdat ik die het beste ken.

Het gaat over sentiment? 

Helemaal! Coree won in Aken de Grote Prijs, Conrad de Hus won in Aken zilver op het EK. Wie wil er van die combinatie geen veulen? En natuurlijk heeft zo’n veulen een enorme sentimentele waarde. Dat in combinatie met eigenaars die hetzelfde sentiment delen. Dat is het mooie aan onze fokkerij en impliceert dat er geen enkele druk is. Fokkerij is een gedeelde passie die ons doet hopen en dromen. En we zijn daar realistisch in, misschien worden we over drie, vier jaar wakker met een kater omdat we vaststellen dat het eigenlijk tegenvalt? Of de droom niet verwezenlijkt wordt. Maar ondertussen geeft die hoop en verwachting wel een goed gevoel (glimlacht). Ik word gelukkig ook goed omringd door vakmensen die er veel meer kennis en verstand van hebben dan ik. Zo vraag ik bijvoorbeeld veel advies aan mijn goede vriend Gilles Botton van Haras de Hus.

Dan nog besef dat ik dat fokken altijd een loterij zal zijn. En dat zeg ik als ruiter en niet als fokker. Als ruiter wil ik paarden voor de vijfsterren competitie. Voor hoeveel, of beter, hoe weinig veulens is dat weggelegd? Het is beter dat je die kansberekening niet maakt. Fokken is een passie geworden en dat is het belangrijkste. Wat ook een doorslag gegeven heeft, is dat ik in mijn loopbaan veel zes- en zevenjarigen onder het zadel gekregen heb en er in geslaagd ben om ze naar het hoogste niveau te brengen. Op die leeftijd van zes, zeven jaar, kan je al een realistische inschatting maken en ik heb me vaak afgevraagd hoe die paarden als drie en vierjarige sprongen. Ik wist dat niet, want ik kende ze op die leeftijd niet. Als je een topper onder het zadel hebt, hoor je veelvuldig mensen zeggen dat ze het al zagen op zeer jonge leeftijd. Dat intrigeerde me wel. En dan vooral de vraag: kan dat?

Zeg jij het, kan dat?

Ik werk er aan. Ik heb me voorgenomen om de paarden van mijn fokkerij lang genoeg bij te houden om daar achter te komen. Zowel de goede als de twijfelaars. Want ik wil die evolutie vaststellen: hoe springt een tweejarige in vrijheid? Hoe doet hij het als driejarige? Als vier- en vijfjarige? Ik wil achterhalen of je daar een lijn in kan trekken. Ik leg alles vast op video en elk veulen heeft zijn video dossier. Mijn eerste vaststelling is dat de eerste sprongen in vrijheid al een belangrijke indicatie geven voor hun latere sprongen onder het zadel. Ik heb de tweejarigen enkele malen in alle rust en kalmte bezig gezien. Tweemaal in het begin van hun twee jaar en tweemaal op het einde van dat jaar. Heel eenvoudig en naturel, want ik wil hun intrinsieke aanleg herkennen. En die blijft over het algemeen hetzelfde. De manier van springen in vrijheid, zal je later ook herkennen onder het zadel. Voor een goed begrip, dat zegt helemaal niks over karakter, galop, mond, enzovoort. Het is een cliché, maar als ruiter weet ik het als geen ander: de weg is lang. Ik ken de meeste hengsten en merries waarmee ik fok en baseer me daarop, al weet ik (nog) niet hoe bepaalde lijnen over generaties fokken. Daarvoor moet je een echte fokker zijn (glimlacht). Ik geloof wel in genetica en het gegeven dat bepaalde kenmerken en karakteristieken terug te vinden zijn in een lijn. Maar die kennis heb ik nog niet. Ik kan me enkel baseren op de vader en de moeder. En dan nog, weet je wat zo mooi is aan de fokkerij? De onvoorspelbaarheid. Zelfs met de beste genen en de beste kennis, heb je geen zekerheid. Dat is bij fokkers niet anders dan bij ruiters. Als fokker ben je ervan overtuigd dat je de beste genen hebt gekruist. Maar je krijgt nooit zekerheid noch garantie. Het is bij ons ruiters niet anders. Ik kocht vorig jaar een vierjarige. Ik ben er helemaal weg van, ik heb hem begin dit jaar zelf gereden op de Sunshine Tour. Maar wat zegt een vijfjarige? Hoe zal hij zijn over vijf jaar? Je hoopt en verwacht, maar je weet het niet. Je weet het niet als fokker en je weet het niet als ruiter. Anders zou het te gemakkelijk zijn.

Quel Homme de Hus (Quidam de Revel), waarmee Jérôme Guery vorig jaar deel uitmaakte van ons gouden EK team, heb ik geprobeerd als zevenjarige en laten gaan. Ik vond het geen echt sportpaard, te traag ook. Niet veel later wint hij de GCT GP van Mexico. Ik heb me vergist in dat paard. Ik had dezelfde periode Conrad de Hus, een wereldpaard en misschien heb ik hem onbewust als referentiepunt gebruikt? En nu blijkt Quel Homme de Hus ook een wereldpaard.

nieuws-charmeur-de-la-marchette-zcornet-obolenskywatheletba3u1086-110657

CHARMEUR DE LA MARCHETTE Z

Toeval en geluk spelen een grote rol?

Altijd. Al begint alles met intrinsieke kwaliteit. Het veulen moet de aanleg hebben en dan zijn er heel veel factoren die een rol spelen. En die echte toppaarden die je wekelijks op tv ziet, of zeg ik nu beter op tv zag, zijn uitzonderingen. Ik denk dan uit mijn stal aan Coree, Conrad, Forlap, Cortez. Die zijn in alle opzichten exceptioneel. Dat zijn aangeboren genieën en die zijn net zoals bij de mensheid zeldzaam. Je mag je daar als fokker niet op blindstaren. Dat geldt zeker voor mij. Natuurlijk wil ik paarden fokken om Aken mee te winnen, maar nu ben ik luidop aan het dromen. Als je er in slaagt om een tweesterren GP paard te fokken, ben je al goed bezig. Want dat zijn ook goede paarden. Er zijn heel veel goede voetballers, er is maar één Ronaldo, één Messi. Als je je daar als voetballer aan spiegelt, blijf je gefrustreerd achter.

Wat leid jij af uit een pasgeboren veulen?

Niks, helemaal niks. Daarvoor ken ik er nog te weinig van. Ik zeg wat iedereen zegt: o, wat is het een mooi veulen (lacht). Ik heb veel veulens samen met Gilles Botton en hij kan vrij snel een anatomische analyse maken van een veulen. Ik totaal niet. Wat ik al wel geleerd heb, is dat er kenners zijn en zij die denken dat ze het kennen. Ik heb er voor alle duidelijkheid geen kennis van. Ik oordeel niet voor ik ze in vrijheid zie springen. En dan nog kijk ik niet naar hun model, maar naar hun techniek. Ach, zoals ik al zei, ik heb me geëngageerd voor de fokkerij en deel die met gepassioneerde en professionele mensen. Het is een amusement en een experiment. En voorlopig kost dat veel geld. Mijn fokkerij is momenteel verlieslatend. Puur economisch kan je beter een driejarige kopen.

Maak je rekening eens?

Ik ben mijn eigen manager en doe zelf mijn boekhouding en kom al snel uit op een gemiddelde van € 10.000 per veulen (inclusief embryotransfer).

Dat is wel heel veel?

Ik denk dat fokkers, gelukkig, niet alle kosten in rekening brengen. Voor dekgeld reken ik tussen de 1.000 en 3.000€. Er is de afschrijving van je merrie. Een embryo spoelen kost 3.000€. Stel dat één op twee overplantingen lukt. Dan heb je nog de draagmoeder die gemiddeld 1.500€ kost per jaar. Reken er nog de talrijke verplaatsingen bij, de medewerker die betaald moet worden. Het natuurlijk verlies van een veulen of een tweejarige die slechte foto’s aflevert. Als je werkelijk alle kosten in rekening brengt, komt je effectief aan een gemiddelde kostprijs van 10.000€. Wat doe je het best? De allerbeste vierjarige kopen voor 100.000€ of 10 veulens fokken van 10.000€? Nee, fokken doe je niet voor het geld. Enfin, ik wil niemand afschrikken. Want ik begrijp nu ook de passie van de fokker. Ik geef het toe, toen ik vorig jaar Belgisch kampioen werd met Argentina uit de fokkerij van mijn vader, was dat toch iets speciaal. En dat gevoel weegt niet op tegen de kostprijs. Dat is een fierheid die je niet kan kopen. Dat is zoals een ruiter die Aken wint, er staat geen prijs op dat onbeschrijflijk gevoel. Wat ook meespeelt in mijn fokkerijverhaal, is dat ik in september 40 wordt. Ik voel me niet oud, maar zou het niet mooi zijn als ik mijn carrière over pakweg 10 jaar kan beëindigen met een paard dat ik zelf gefokt heb? Dat is een droom, al ben ik vooral realist. Ik ga al blij zijn als ik ooit één paard fok dat op niveau springt.


 

nieuws-ba3u0935

Veel fokkers zijn Z dankbaar voor de Z Quality Auction, Z Online Auctions en Z Breeders Auction. Is dat iets voor jou om kosten te recupereren? 

We hebben er al meer gekocht dan verkocht op de Z veiling. We hebben er twee aangeboden op de veiling, al houd ik ze in regel bij tot ze minimum drie jaar zijn. Ik zou economisch gezien meer veulens moeten verkopen, al ben ik daar te weinig verkoper voor. Het is niet omdat ik morgen 10.000€ winst kan maken op een veulen, dat ik het verkoop. Die droom hé (glimlacht). En misschien is dat een beetje gek en verander ik over enkele jaren van idee. Het is zoals bij de sport, je doet het niet voor het geld. Je hebt inkomsten nodig, maar sport en fokkerij doe je niet uit financiële overwegingen. Voor Argentina de la Marchette hebben we al zeer aantrekkelijke aanbiedingen gekregen, maar zij gaat niet weg, nooit. Zij zit in ons hart.

Ik verkoop ook niet omdat ik nog veel wil leren. Als ik al mijn veulens verkoop, ga ik nooit weten hoe ze evolueren en net dat interesseert mij nu in de fokkerij. Ik wil die ontwikkeling vanaf jong paard beter begrijpen. Dat is echt boeiend. Bij Coree bijvoorbeeld had ik twijfels toen ik ze probeerde. Zij was gecompliceerd hoor. Als ik zo’n paard nu als vier- en vijfjarige leer kennen, ga ik ze wellicht ook beter kunnen inschatten? Van Silvana had ik evenmin gedacht dat ze zo goed zou worden.

Nevados werd als zevenjarige wereldkampioen en won vorig jaar teamgoud op het EK. Ik twijfelde aanvankelijk of hij 1.45m zou springen. Omdat hij zo sensibel is. Hij kon het wel, maar de omstandigheden moesten juist zijn. Ging hij het vervolgens doen in de ring? Ik ging er heel omzichtig mee om. Tot enkele toppaarden niet inzetbaar waren door blessures en Nevados de kar moest trekken. Hij maakte de klik en sprong zoals thuis. Ik herinner me nog onze wedstrijd in Sankt Gallen waar hij me echt overtuigd heeft. Om maar te zeggen dat er zoveel onbekende factoren een rol spelen in het succes van een paard.

Hoe ziet hun opleiding er uit?

Als tweejarige komen ze tien dagen binnen en springen ze een viertal maal in vrijheid. Zonder te oordelen. Dat herhalen we nog eens op het einde van het jaar en dan wordt een eerste selectie doorgevoerd. Wie overleeft de winter en wie mag vertrekken? Als driejarige worden ze zadelmak gemaakt en gaan ze in de lente naar de weide. Als vierjarige begint dan echt hun opleiding. Of thuis of bij derden. In regel heb ik daar geen tijd voor. Nu uitzonderlijk wel iets meer. Al ga ik me nu wel meer bezig houden met de paarden uit de eigen fokkerij. Ik wil ze echt aanvoelen gedurende een lange tijd. Ik ga dat leuk vinden en wie weet wordt dat mijn tweede carrière?

Wat vertelt de ruiter Wathelet aan de fokker Wathelet als het over een droomcombinatie gaat?

Dat hij moet gaan voor Coree x Conrad de Hus, omdat ik ze allebei gereden heb. En Coree x Sandro Boy, omdat beide paarden van dezelfde eigenaar zijn. We verwachten nu een veulen van Casall uit Coree en hebben een embryo gespoeld van Nevados.

Uit onze Belgische kampioene Argentina verwachten we een embryo veulen van Comme Il Faut. Coree hebben we ook gekruist met Dominator 2000 Z. Taloubet Z wil ik ook al lang, we hebben het geprobeerd, maar is nog niet gelukt. Ik maak doorgaans een lijstje van hengsten die ik ken uit de sport. Dominator Z en Taloubet Z springen er dan uit. Ik volg daarbij mijn hart. Ik heb zelf hengsten in de sport en soms vragen fokkers advies: mijn merrie is zus en zo, welke hengst zou ik gebruiken? Hoe kan ik dat weten? Ik kan daar echt geen zinnig advies over geven.  Zijn die combinaties niet altijd sentimenteel?

nieuws-commilfooh-de-la-marchette-zcomme-il-fautwathelet-ba3u1353

Delen